Hoe leg ik een tegelvloer?

Meet de oppervlakte van de vloer op en bereken de hoeveelheid vloertegels. Houd daarbij rekening met de voegen. Zorg ervoor dat straks de passtukken aan tegenoverliggende zijden van de vloer even groot zijn.

Een vlakke ondergrond is cruciaal als je tegels wilt leggen. Of je nu tegels gaat lijmen op beton of een andere ondervloer, bekijk altijd of egalisatie nodig is. Met egalisatiecement kan je oneffenheden van enkele millimeters tot enkele centimeters opheffen en je vloer gemakkelijk egaliseren. Reken ongeveer 3 kg cement per vierkante meter. Wil je oneffenheden tot 3 cm opvullen: haal dan egalisatiecement van zware kwaliteit.

Bevestig twee spandraden aan stalen spijkers die je in de vloer slaat. Zorg ervoor dat de afstand van deze draden tot de muur even groot is als de breedte van het passtuk (plus de voeg). Zet de spandraden haaks op de deur, zodat de ‘zichtlijn’ van de tegelvloer voor het gevoel netjes recht loopt.

Maak de tegellijm aan zoals op de verpakking staat beschreven. Het is nu tijd om de lijm aan te brengen. Maar waar begin je met tegelen? Begin altijd met tegelen op het vloergedeelte recht tegenover de deur. Breng op dat deel van de vloer tegellijm aan met een troffel. Verdeel de lijm gelijkmatig met een lijmkam, door deze stevig tegen de vloer aan te drukken.

Plaats de eerste tegel netjes in de hoek van de twee spandraden. Druk hem stevig in de lijm vast.

Druk een voegkruisje (diep) op de hoekpunten van de tegel in de lijm. Plaats de volgende tegel strak tegen de voegkruisjes aan. Breng de volgende tegel aan en herhaal het plaatsen van de kruisjes. Veeg overtollige lijmresten direct weg met een vochtige spons.

Maak de passtukken voor de randen van de vloer op maat met een tegelsnijder. Teken de maat op de tegel af met viltstift. Teken de snijlijn zo af dat het breukvlak later in de hoek komt. Houd rekening met de voegbreedte. Leg de tegel in de tegelsnijder en duw het mesje enkele malen over de tegel heen totdat er een kras in het glazuur ontstaat. Breek de tegel langs deze lijn door.

Gebruik een profielmal voor het aftekenen van lastige vormen zoals een wastafelafvoer of leidingen. Druk de mal tegen het voorwerp aan zodat de pennen de vorm overnemen. Teken de vorm af op de tegel. Gebruik een tegelzaag voor het maken van gebogen uitsparingen. Werk kleine hoekjes en randjes voorzichtig bij met een knabbeltang. Vijl de randen glad met een tegelvijl.

Laat de tegellijm 24 uur uitharden voordat je de tegels gaat voegen. Gebruik kant-en-klaar voegmiddel of poedervormig voegmiddel aangemaakt met water, zoals op de verpakking staat. Breng het voegmiddel aan met een rubberen spaan en wrijf dit over de tegels. Druk het voegmiddel goed in de voegen. Werk snel door, want voegmiddel wordt snel hard.

Verwijder gemorst voegmiddel op de tegels voorzichtig met een vochtige spons. Pas op dat je geen voegmiddel uit de voegen veegt. Wacht tot het voegmiddel uitgehard is en wrijf de waas weg die op de tegels is achtergebleven. Veeg de tegels tot slot na met een droge doek.