Hoe verf ik de trap?

Meng de ontvetter met (lauw)warm water in een emmer en breng dit mengsel met een spons op de trap. Ontvet de trap goed en maak deze vervolgens droog met een doek.

Verwijder oude verfresten met een verfkrabber. Gebruik eventueel een verfbrander voor hardnekkige resten. Schuur de plekken waar verf zat licht op met schuurpapier (korrel 80).

Schuur met de hand, een schuurblokje of een handschuurmachine de hele trap op, met de richting van de houtnerf mee. Borstel de trap stofvrij en neem met een vochtige doek nogmaals de trap af.

Plak alles rondom de trap af met afplaktape. Heb je een open trap? Leg dan folie of zeil onder de trap.

Haal alle oneffenheden weg en vul gaatjes of beschadiging op de trap. Vul deze met houtvulmiddel en schuur deze plekken licht op als het vulmiddel droog is. Gebruik hiervoor fijn schuurpapier (korrel 320). Veeg de trap na met een stoffer, voordat je gaat verven.

Schenk de grondverf in een verfbakje en zet met een roller de trap in de grondverf. Gebruik voor de hoekjes een kwast. Begin het schilderen altijd van boven naar beneden.

Wanneer de grondverf goed droog is, schuur de trap op met fijn schuurpapier (korrel 320) en neem deze af met een vochtige doek.

Werk eventuele kieren en naden weg met acrylaatkit. Plaats acrylaatkit in een kitpistool en smeer kieren en naden dicht. Druk met een vochtige vinger de kit aan en strijk deze glad. Veeg tenslotte met een vochtige doek de overtollige kit weg.

Vul een verfbakje met de lakverf en start bovenaan de trap met verven. Schilder eerst met een kwast alle hoekjes en randjes. Schilder vervolgens de rest van de trap met een roller.

Schuur na 24 uur de geverfde trap licht op met fijn schuurpapier (korrel 320) en maak de oppervlakte stofvrij met een vochtige doek. Verf de trap voor de tweede keer.