Je schuur of afdak maak je snel waterdicht met een dakbedekking van golfplaten. Voorwaarde is wel dat het dak schuin afloopt (minimaal 7°). In deze klusinstructie lees je welke soorten er zijn en hoe je de golfplaten aanbrengt.
Bekijk voor je begint ook de overzichtstekening!
Grofweg bestaan er drie soorten golfplaten. Aan de hand van onderstaande kenmerken bepaal je welke golfplaten je wilt gebruiken:
Bitumen golfplaten:
Golfplaten van PVC of Polycarbonaat:
De bitumen golfplaat is het beste bestand tegen fikse hagelbuien. Houd bij je berekening van het aantal platen rekening met een overlap in de breedte van ten minste een complete golf en een overlap in de lengte van minimaal 15 cm.
Zorg voor voldoende ondersteuning van de golfplaten. Dat kan door plaatmateriaal, bijvoorbeeld underlayement, dat door gordingsbalken ondersteund wordt. Wil je liever een lichter constructie zorg dan voor ondersteunende gordingslatten latten (4x4 cm) die om de 30 cm geplaatst zijn.
De eerste plaat wordt rechts onderaan op het dak geplaatst. Laat de plaat een paar cm uitsteken. Plaats, indien nodig, de golfplaat die daarboven moet komen. De overlap moet minstens 15 cm zijn. Zaag bij een te grote overlap de golfplaat op maat.
Zorg ervoor dat de wind zo weinig mogelijk grip krijgt. Het startpunt voor het leggen van de golfplaten kan dus, afhankelijk van de heersende windrichting, verschillen. In links of rechts onderaan.
Zet de golfplaten, in de breedte om de drie á vier golven en in de lengte om de 30 cm vast met golfplaatnagels. Om lekkage te voorkomen sla je de nagels altijd door de top van een golf en sluit je na de bevestiging het plastic kapje van de nagels.
Sla niet te hard met de hamer. Zeker bij pvc en polycarbonaat platen is het raadzaam om de spijkergaten voor te boren met een 3 mm boor. Dat voorkomt beschadigingen.
Heb je een dak met een nok, bevestig dan meteen de eerste rij platen aan de andere schuine zijde en vervolgens ook het nokstuk.
Zet de golfplaten rij voor rij vast. Geen enkel golfplaten dak is beloopbaar.
Plaats de volgende rij golfplaten. Zorg voor een overlap in de breedte van minimaal een complete golf. Bij golfplaten met een ‘kleine’ golf is het raadzaam om wat meer overlap te nemen. Zet ook deze rij met golfplaatnagels vast.
De laatste rij platen wordt met de zaag op maat gemaakt. Een dergelijk sluitstuk moet minimaal uit drie golven bestaan. Bij golfplaten met een ‘kleine’ golf is het raadzaam om wat meer golven te nemen. (breedte van ongeveer 30 cm).
Werk het golfplaten dak aan de kopse voor- en achterzijde af met de windveren. Deze maak je door twee geschilderde latten haaks tegen elkaar te bevestigen (schroef 3x40). Zet de windveren aan de bovenzijde met schroeven vast. Zorg ervoor dat je ook hier weer door de top van een golf schroeft
Plaats eventueel een dakgoot onder aan de afvoerende zijde van het golfplaten dak. Aan de bovenzijde komt of een windveer of, in geval van een belendende muur, een in-gefreesde loodslab.
