Verticale lamellen dienen als zonwering en verminderen tevens de inkijk. Lamellen zijn toepasbaar bij normale ramen en schuifpuien, maar ook bij schuine dakramen. Ze zijn verkrijgbaar in diverse kleuren en in stoffen en kunststoffen uitvoering. Hang ze zelf op met de KARWEI-klusinstructie.
Rail en verticale lamellen worden geleverd in diverse standaardmaten en zijn beiden eenvoudig op maat te maken. Kies een standaardmaat die net iets groter is dan de maten van je raamkozijn.
Bepaal de exacte lengte van de rail. Deze komt overeen met de binnenmaat van het kozijn.
Zaag de rail aan het uiteinde zonder kantelketting of trekkoord op maat. Gebruik hiervoor een ijzerzaag.
Teken op de bovenkant van het kozijn een dunne potloodlijn die het midden van de lamelrail aangeeft.
De afstand tussen de sponning en deze bedraagt de halve lamelbreedte + 0.5 cm. Deze afstand zorgt ervoor dat de verticale lamellen voldoende ruimte hebben om te draaien.
Schroef de ophangsteunen voor de rail vast tegen de bovenzijde van het kozijn. Trek met het koord alle lamelhaken naar één kant en bevestig de rail aan de ophangsteunen.
Bij oudere huizen is het kozijn meestal rondom afgewerkt met hout. Bij nieuwere woningen is de bovenzijde vaak van steen of beton. Zet in dat geval de rail vast met schroeven en pluggen.
Meet de lengte tussen de lamelhaak en de vensterbank (bij doorlopende lamellen: de vloer). Trek hier 0.5 cm vanaf en knip de lamel aan de onderzijde op maat af.
Deze moeten voorzien worden van een zoom waar een gewichtje in komt. Meet de lengte tussen de lamelhaak en de vensterbank (of vloer) en tel daar de breedte van de zoom bij op, minus 0.5 cm. De vereiste zoombreedte verschilt per type lamel en staat vermeld op de verpakking.
Voorzie de stoffen lamellen van een zoom, stop daar de gewichtjes in en hang de lamellen aan de haken.